Hoe RAP-tools en -bronnen RISM kunnen ondersteunen
Er zijn verschillende manieren waarop RAP-instrumenten en -bronnen kunnen worden gebruikt om de implementatie van RISM te ondersteunen. Het SLAIN-project liet bijvoorbeeld zien hoe reactieve risicokaarten kunnen worden gebruikt om selectieve sterbeoordelingen te sturen om prioriteit te geven aan een veiligheidsreactie.
De volgende tabel vat samen hoe RAP-hulpmiddelen en -bronnen kunnen worden gebruikt om specifieke artikelen van RISM te ondersteunen.
RISM-richtlijn Artikel/paragraaf | Beschrijving | iRAP-tools en -bronnen |
Kunst. 5 | Netwerkbrede verkeersveiligheidsbeoordeling | |
5/2 | Mogelijkheid om het risico op ongevallen en de ernst van de gevolgen te evalueren | Sterbeoordelingen en risicokaarten kunnen op netwerkniveau worden gebruikt. Er wordt een tool ontwikkeld om sterbeoordelingen om te zetten in NWRSA-outputs. |
5/2a | Omvat visueel onderzoek, ter plaatse of langs elektronische weg, van de ontwerpkenmerken van de weg (ingebouwde veiligheid) | RAP Star Ratings omvatten een visuele beoordeling van het veiligheidsniveau dat 'ingebouwd' is in wegen. |
5/3 | Herhaalbaarheid – maakt periodieke inspecties en vergelijkbaarheid van resultaten mogelijk | Star Ratings en Risk Mapping maken gebruik van gestandaardiseerde methodologieën die gewend zijn prestaties bijhouden na een tijdje |
5/6 | Indeling van alle delen van het wegennet in maar liefst drie categorieën op basis van hun veiligheidsniveau | Sterbeoordelingen en risicokaarten omvatten het categoriseren van wegsegmenten in een van de vijf risicocategorieën. |
Kunst. 6 | Periodieke verkeersveiligheidsinspecties | |
6/1 | Periodieke verkeersveiligheidsinspecties worden met voldoende frequentie uitgevoerd om een adequaat veiligheidsniveau voor de betreffende weginfrastructuur te waarborgen | Sterbeoordelingen en risicokaarten kunnen periodiek worden uitgevoerd als onderdeel van het volgen van prestaties |
Kunst. 6a | Opvolging van procedures voor in gebruik zijnde wegen | |
6a/1 | Netwerkbrede verkeersveiligheidsbeoordelingen worden opgevolgd door gerichte verkeersveiligheidsinspecties of door directe herstelmaatregelen | Schattingen van het aantal dodelijke slachtoffers en ernstige verwondingen (FSI) en Safer Road Investment Plans (SRIP) kunnen worden gebruikt om te helpen bij het identificeren en implementeren van prioritaire tegenmaatregelen op prioritaire wegsegmenten |
6a/2 | Indicatieve elementen (bijlage IIa) voor gerichte verkeersveiligheidsinspecties. | Zie onderstaande tabel |
6a/3 | Gerichte verkeersveiligheidsinspecties worden uitgevoerd door deskundigenteams | RAP-tools en -middelen worden ondersteund door training en een netwerk van geaccrediteerde leveranciers en praktijkmensen |
6a/4 |
De bevindingen van gerichte verkeersveiligheidsinspecties worden gevolgd door met redenen omklede besluiten die bepalen of herstelmaatregelen noodzakelijk zijn Identificatie van weggedeelten waar verbeteringen van de veiligheid van de weginfrastructuur noodzakelijk zijn en het definiëren van acties die prioriteit moeten krijgen om de veiligheid van die weggedeelten te verbeteren |
Schattingen van het aantal dodelijke slachtoffers en ernstige verwondingen (FSI) en Safer Road Investment Plans (SRIP) kunnen worden gebruikt om te helpen bij het identificeren en implementeren van prioritaire tegenmaatregelen op prioritaire wegsegmenten |
6a/5 |
Ervoor zorgen dat herstelmaatregelen primair gericht zijn op weggedeelten met een laag veiligheidsniveau, en Die de mogelijkheid bieden voor de implementatie van maatregelen met een groot potentieel voor de ontwikkeling van de veiligheid en besparingen op de kosten van ongevallen. |
Schattingen van het aantal dodelijke slachtoffers en ernstige verwondingen (FSI) en Safer Road Investment Plans (SRIP) kunnen worden gebruikt om te helpen bij het identificeren en implementeren van prioritaire tegenmaatregelen op prioritaire wegsegmenten |
6a/6 | Een risicogebaseerd actieplan met prioriteit voorbereiden en regelmatig bijwerken om de implementatie van geïdentificeerde herstelmaatregelen te volgen. | RAP-beoordelingen kunnen met periodieke tussenpozen worden uitgevoerd |
Kunst. 6b | Bescherming van kwetsbare weggebruikers | |
6b | Bij de uitvoering van de procedures uiteengezet in de artikelen 3 tot en met 6a wordt rekening gehouden met de behoeften van kwetsbare weggebruikers. | Sterbeoordelingen, FSI-schattingen, SRIP's en risicokaarten houden rekening met kwetsbare weggebruikers, waaronder voetgangers, fietsers en motorrijders. |
Gebruik van sterbeoordelingen om gerichte verkeersveiligheidsinspecties te ondersteunen
De volgende tabel vat samen hoe de RAP Star Rating-methodologie aansluit bij de indicatieve elementen van gerichte verkeersveiligheidsinspecties die zijn vermeld in RISM-bijlage IIa.
RISM aanbevolen elementen | Afstemming met de Star Rating-methodologie |
1. Uitlijning en dwarsdoorsnede van de weg: | |
a) zichtbaarheid en zichtafstanden; | ✔ |
b) snelheidslimiet en snelheidszonering; | ✔ |
(c) een voor zichzelf verklarend alignement (dwz “leesbaarheid” van het alignement voor weggebruikers); | Gedeeltelijk – gebruikt zichtafstand, kromming, helling en afbakening om de leesbaarheid aan te geven |
(d) toegang tot aangrenzende eigendommen en ontwikkelingen; | ✔ |
e) toegang tot hulp- en dienstvoertuigen; | Gedeeltelijk – Kan worden afgeleid uit gegevens over de verharde schouderbreedte |
f) behandelingen aan bruggen en duikers; | ✔ |
(g) indeling van de berm (bermen, aflopende trottoirs, uitgraaf- en ophooghellingen). | ✔ |
2. Kruispunten en knooppunten: | |
a) geschiktheid van het kruispunt/knooppunttype; | |
(b) geometrie van de indeling van kruispunten/knooppunten; | Gedeeltelijk – geeft aan hoeveel benen van een kruispunt (maximaal 4), maar houdt geen rekening met hoeken |
(c) zichtbaarheid en leesbaarheid (perceptie) van kruispunten; | Gedeeltelijk – maakt gebruik van zichtafstand, kromming, helling, afbakening en snijpuntkwaliteit |
d) zichtbaarheid op het kruispunt; | Gedeeltelijk – maakt gebruik van zichtafstand, kromming, helling, afbakening en snijpuntkwaliteit |
e) inrichting van hulpstroken op kruispunten; | Gedeeltelijk – geeft aan of er wel of geen afslagstroken aanwezig zijn voor de geïnspecteerde weg |
f) verkeersleiding op kruispunten (bijvoorbeeld stopcontrole, verkeerslichten, enz.); | ✔ |
g) het bestaan van oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers. | ✔ |
3. Voorzieningen voor kwetsbare weggebruikers: | |
a) voorzieningen voor voetgangers; | ✔ |
b) voorzieningen voor fietsers; | ✔ |
c) voorzieningen voor gemotoriseerde tweewielers; | ✔ |
d) openbaar vervoer en infrastructuur; | – |
e) overwegen (met vermelding van het type kruising en of deze bemand, onbemand, handmatig of geautomatiseerd zijn). | ✔ |
4. Verlichting, borden en markeringen: | |
a) samenhangende verkeersborden die de zichtbaarheid niet belemmeren; | Gedeeltelijk – geregistreerd als onderdeel van de afbakening en zichtafstand |
b) leesbaarheid van verkeersborden (positie, grootte, kleur); | Gedeeltelijk – opgenomen als onderdeel van de afbakening |
c) wegwijzers; | Gedeeltelijk – opgenomen als onderdeel van de afbakening |
d) samenhangende wegmarkeringen en afbakening; | ✔ |
e) leesbaarheid van wegmarkeringen (positie, afmetingen en retroreflectiviteit onder droge en natte omstandigheden); | Gedeeltelijk – opgenomen als onderdeel van de afbakening |
f) passend contrast van wegmarkeringen; | Gedeeltelijk – opgenomen als onderdeel van de afbakening |
g) verlichting van verlichte wegen en kruispunten; | Gedeeltelijk – aanwezigheid van straatverlichting geregistreerd |
h) passende uitrusting langs de weg. | |
5. Verkeerslichten: | |
a) operatie; | Gedeeltelijk – aanwezigheid van voertuigen en voetgangers geregistreerd |
b) zichtbaarheid. | Gedeeltelijk – geregistreerd als onderdeel van de kruispuntkwaliteit |
6. Objecten, vrije zones en wegbeveiligingssystemen: | |
a) omgeving langs de weg, inclusief vegetatie; | ✔ |
(b) gevaren langs de weg en de afstand tot de rand van de rijbaan of het fietspad; | ✔ |
(c) gebruiksvriendelijke aanpassing van wegbeveiligingssystemen (middenberingen en vangrails om gevaren voor kwetsbare weggebruikers te voorkomen); | ✔ |
d) eindbehandelingen van vangrails; | ✔ |
e) passende wegbeveiligingssystemen bij bruggen en duikers; | ✔ |
f) hekken (op wegen met beperkte toegang). | ✔ |
7. Bestrating: | |
a) gebreken aan het wegdek; | ✔ |
b) stroefheid; | ✔ |
(c) los materiaal/grind/stenen; | ✔ |
(d) plassen, waterafvoer. | ✔ |
8. Bruggen en tunnels: | |
a) aanwezigheid en aantal bruggen; | – |
b) aanwezigheid en aantal tunnels; | – |
c) visuele elementen die gevaren voor de veiligheid van de infrastructuur voorstellen. | ✔ |
9. Andere problemen: | |
a) het aanbieden van veilige parkeer- en rustplaatsen; | – |
b) voorzieningen voor zware voertuigen; | – |
c) verblinding door koplampen; | – |
d) wegwerkzaamheden; | ✔ |
e) onveilige activiteiten langs de weg; | – |
f) passende informatie in ITS-apparatuur (bijvoorbeeld variabele berichtborden); | – |
g) wilde dieren en dieren; | – |
h) waarschuwingen voor schoolzones (indien van toepassing).'; | ✔ |
Het gebruik van proactieve sterbeoordelingen in combinatie met verkeersveiligheidsaudits
RAP Star Ratings kunnen worden gebruikt in combinatie met verkeersveiligheidsaudits om de veiligheidsresultaten te verbeteren. De Sterrenwaardering voor verkeersveiligheidsaudits (SR4RSA) handleiding biedt praktische voorbeelden voor beleidsmakers en praktijkmensen. De volgende tabel vat samen hoe sterbeoordelingen aansluiten bij de aanvullende elementen van verkeersveiligheidsaudits vermeld in RISM bijlage II.
Indicatieve elementen van verkeersveiligheidsaudits | Afstemming met de Star Rating-methodologie |
b) in afdeling 1 wordt het volgende punt toegevoegd: | |
'n) voorzieningen voor kwetsbare weggebruikers: | |
i) voorzieningen voor voetgangers; | ✔ |
(ii) voorzieningen voor fietsers, inclusief het bestaan van alternatieve routes of scheidingen van snel autoverkeer; | ✔ |
iii) voorzieningen voor gemotoriseerde tweewielers; | ✔ |
(iv) dichtheid en locatie van oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers; | ✔ Tot 100m-niveau |
(v) voorzieningen voor voetgangers en fietsers op de getroffen wegen in het gebied; | ✔ |
(vi) scheiding van voetgangers en fietsers van snel autoverkeer of het bestaan van directe alternatieve routes op wegen van lagere klasse. | ✔ Het bestaan van alternatieve routes vereist aanvullende beoordelingen/beoordeling met behulp van Star Ratings en/of CycleRAP-methodologieën. |
c) in afdeling 2 wordt punt h) vervangen door: | |
'h) voorzieningen voor kwetsbare weggebruikers: | |
i) voorzieningen voor voetgangers; | ✔ |
(ii) voorzieningen voor fietsers; | ✔ |
iii) voorzieningen voor gemotoriseerde tweewielers;'; | ✔ |